De Ted Visserweg heette vroeger de Koeisteeg. Over deze steeg werden de koeien van de Maarnse boerderijen op de eng naar de weidegebieden in de Meent gebracht. Men kwam met de koeien dan langs stuifzand heuvels die men op den duur de Koeheuvels is gaan noemen. Het gebied van de Koeheuvels is zeer karakteristiek voor het dorp Maarn. Het terrein van ongeveer 11 hectare groot is een restant van een groter stuifzand- en heidegebied dat vroeger op deze plaats aanwezig was. Het dankt zijn ontstaan aan de schapencultuur die tot een eeuw geleden in Maarn heel belangrijk was. Om de vruchtbaarheid van het bouwland op peil te houden werd namelijk vooral schapen mest gebruikt. De schapen graasden overdag op de uitgestrekte heidevelden en verbleven ‘s nachts in de schaapskooien. De mest, vermengd met een grote hoeveelheid heideplaggen, werd op de akkers gebracht. Zo kregen de bomen geen kans en bleef de heide in stand. De Koeheuvels laten eigenlijk zien, wat er gebeurt als de grond te intensief wordt gebruikt. Boeren lieten soms op de gezamenlijke gronden teveel schapen lopen of staken teveel plaggen. De vegetatie verdween en er ontstond een zandverstuiving. Dit is op veel plaatsen op de Utrechtse Heuvelrug gebeurd. De boeren hadden veel last van de zandverstuivingen die ze zelf hadden veroorzaakt. Het stuivende zand kon namelijk hun verderop gelegen akkers bedekken, waardoor de planten verstikten. Toen de schapencultuur door de introductie van de kunstmest verdween, werd de vegetatie niet meer kortgehouden. Hierdoor raakte de heide overwoekerd. De gemeente Maarn heeft recent besloten de Koeheuvels in hun oude staat terug te brengen. Door vrijwilligers (onder andere schoolkinderen) zijn bomen en struiken verwijderd. Ook is de humuslaag op sommige plaatsen verwijderd, waardoor er een bodem boven kwam die arm is aan voedingsstoffen. Hierdoor krijgen heide en verschillende diersoorten weer een kans. Zo komt in deze omgeving de hazelworm nog voor. Deze kleine, gladde slang is in feite een pootloze hagedis en een typische bewoner van heide en bosranden. De hazelworm is volstrekt ongevaarlijk. De Koeheuvels zien er vandaag de dag weer uit zoals honderd jaar geleden. Op het iets verder gelegen Landgoed Peppelenk staan prachtige, beschermde jeneverbesstruiken. De jeneverbes heeft het moeilijk in Nederland, omdat de struik zich niet meer natuurlijk kan verjongen. Waarschijnlijk is het vrijwel uitsterven van de korhoenders hiervan de oorzaak (voorkieming van het zaad in de maag van deze vogel).